Re: Twenthe Rijn Bevrachtingskantoor.
Geplaatst: 25 jan 2013 20:17
Hoi Ben, Ik zag dat ik deze vraag op het kustvaartforum al had beantwoord, maar hier nog niet. Van Harrie Dost (Nimrod) had je al antwoord en hij kan het nog beter weten dan ik.
Er zijn altijd kleine details die verschillen:
Het achteranker zit aan Sb in plaats van in het midden en er zitten twee patrijspoorten in de roef in plaats van één, dus niet de Drechtstad of de Fiducia. Ook mist de sleepinrichting en ligt het achterschip te hoog in het water.
De draagarmen van de seinbakken zijn niet haaks maar diagonaal: niet de Neptunia.
Drie achterbolders ipv één: niet de Hendrik-T, Fantastica, Romantica of Neptunia
Het moet dus de Esperance zijn, die had drie achterbolders en is opgeleverd in jan 1961. Zo te zien is hij helemaal vaarklaar. Misschien is hij daar teruggekomen voor een kleine reparatie? v/d Schoot was natuurlijk ook eigenaar van het schip en zal het reparatiewerk wel aan zijn eigen werf hebben uitgevoerd. De schepen waren in drie maanden gebouwd, dat ging vrij ruig en er zat hier en daar nog wel eens een stukje ijzer op de verkeerde plaats. Verder was van der Schoot best wel zuinig, dus het kan ook zijn dat hij bij de eigen werf ligt om in de thuishaven vrij van havengeld te zijn.
Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat ze meer dan een jaar over de Cornelis v/d Schoot gebouwd hebben.
Anderzijds... van de Neptunia (jan 1962) weet ik dat hij bouwnummer 26 had. Op 2 november 1960 had de werf al bekend gemaakt dat ze 5 kempenaars en de coaster Cornelis van der Schoot en daarna nog een coaster gingen bouwen en zo werk hadden tot 1963. Daar kwamen in 1961 zomaar nog twee extra kempenaars tussendoor, van mijn vader en zijn broer. Misschien is dat een verklaring dat de bouw van nr. 22 wat langer geduurd heeft. Dit verhaal zou jouw foto dateren op februari/maart 1961.
Van ons eigen schip, de Drechtstad weet ik het bouwnr. niet meer, maar mijn vader dacht aan nr. 23. De kiellegging daarvan was in april 1961. Als het nummer klopt moeten de Fiducia nr. 24 en de Fantastica nr. 25 geweest.
Leeuwarder Courant - 2 november 1960.
Er zijn altijd kleine details die verschillen:
Het achteranker zit aan Sb in plaats van in het midden en er zitten twee patrijspoorten in de roef in plaats van één, dus niet de Drechtstad of de Fiducia. Ook mist de sleepinrichting en ligt het achterschip te hoog in het water.
De draagarmen van de seinbakken zijn niet haaks maar diagonaal: niet de Neptunia.
Drie achterbolders ipv één: niet de Hendrik-T, Fantastica, Romantica of Neptunia
Het moet dus de Esperance zijn, die had drie achterbolders en is opgeleverd in jan 1961. Zo te zien is hij helemaal vaarklaar. Misschien is hij daar teruggekomen voor een kleine reparatie? v/d Schoot was natuurlijk ook eigenaar van het schip en zal het reparatiewerk wel aan zijn eigen werf hebben uitgevoerd. De schepen waren in drie maanden gebouwd, dat ging vrij ruig en er zat hier en daar nog wel eens een stukje ijzer op de verkeerde plaats. Verder was van der Schoot best wel zuinig, dus het kan ook zijn dat hij bij de eigen werf ligt om in de thuishaven vrij van havengeld te zijn.
Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat ze meer dan een jaar over de Cornelis v/d Schoot gebouwd hebben.
Anderzijds... van de Neptunia (jan 1962) weet ik dat hij bouwnummer 26 had. Op 2 november 1960 had de werf al bekend gemaakt dat ze 5 kempenaars en de coaster Cornelis van der Schoot en daarna nog een coaster gingen bouwen en zo werk hadden tot 1963. Daar kwamen in 1961 zomaar nog twee extra kempenaars tussendoor, van mijn vader en zijn broer. Misschien is dat een verklaring dat de bouw van nr. 22 wat langer geduurd heeft. Dit verhaal zou jouw foto dateren op februari/maart 1961.
Van ons eigen schip, de Drechtstad weet ik het bouwnr. niet meer, maar mijn vader dacht aan nr. 23. De kiellegging daarvan was in april 1961. Als het nummer klopt moeten de Fiducia nr. 24 en de Fantastica nr. 25 geweest.
Leeuwarder Courant - 2 november 1960.