De Ida was wat genoemd werd een "Peijlspitsje', eigendom van De Hoop uit Terneuzen, officieel ingebracht in de Naamloze Vennootschap Handel en Scheepvaart Maatschappij 'De Schelde' waarvan de familie Van der Peijl grootaandeelhouder was. De Transportmaatschappij Terneuzen had in de jaren dertig bij monde van zijn directeur G.P.F. van der Peijl een opdracht tot de bouw van acht motorspitsen afgegeven aan Scheepswerf De Hoop in Terneuzen. Deze solo actie van de directeur viel niet in goede aarde bij de overige aandeelhouders van de Trama, met name niet bij de heer Swenden, een Belgische grootindustrieel die fortuin had gemaakt in de steenbakkerij-industrie. Van der Peijl besloot de schepen voor eigen rekening te laten (af)bouwen en richtte daarvoor de eerder genoemde maatschappij De Schelde op. Toen die hobbel genomen was ging de werf failliet. Het is dan 1932 en Europa zit in een diep economisch dal met desastreuze gevolgen voor handel, industrie en scheepvaart...
14 april 1932, twee spitsen zijn klaar om te water te worden gelaten.
De namen van de acht spitsen zijn: Agatha, Gretha, Paula, Hilda, Ida, Rosa, Liena en Wanda. Dit zijn de namen zoals die in het in 1991 uitgegeven jubileumboek worden genoemd, maar daar hoort zeker ook nog de Eva bij...
Post Scriptum
Mij blijkt nu dat de Eva geen eigendom was van Mij. De Schelde maar van Transport Mij. Terneuzen. Als enige van de negen spitsen heeft dit schip een Goes' brandmerk terwijl de overige schepen een Arnhems brandmerk hebben. De Eva is net als de overige spitsen in Lobith gebouwd, maar mogelijk dat alleen dit schip in Terneuzen is afgebouwd doordat de werf failliet is gegaan en zodoende aan een afwijkend brandmerk is gekomen. Dit zijn louter veronderstellingen, misschien dat iemand dit kan bevestigen.
Deze foto van een aantal Peijl-spitsen in Terneuzen heeft bij mij altijd vragen opgeroepen. Nu is mij duidelijk waarom de schepen, nog zonder naam, daar voor de kant liggen. Door het faillissement van scheepswerf De Hoop moet van der Peijl zelf zorgen voor de afbouw van sommige van zijn schepen. (zie naschrift hierboven)
In het jubileumboek van de firma De Hoop, dat in 1991 werd uitgegeven, wordt geschreven dat de motoren in eigen beheer werden ingebouwd, de opbouw van een kajuit met woongedeelte en het dichtleggen van het ruim door het aanbrengen van luiken door de timmerlieden van De Hoop in Terneuzen werden gedaan. Deze foto laat zien dat dat zeker niet voor alle schepen gold. Mogelijk dat de Ida in eigen beheer werd afgebouwd aangezien dat schip, op de foto boven goed te zien, een Friese kap luiken heeft. Het kan natuurlijk zijn dat dat later bij alle acht spitsen is veranderd.
De Oostkolk in Terneuzen met de motorspits Hilda en de luxemotor Maria.
gr. Harry