SCHEEPVAART FORUM

Hallo.

Ik ben al heel lang in het bezit van een boek van K. Norel, titel "Sleepboot Jonge Jan".
Hierin worden sleepreizen op de Rijn beschreven van de stoomsleepboot Jonge Jan, vrij realistisch met wat fictie.

Omdat de kasten uitpuilen en er opgeruimd wordt wil ik dit boek kwijt aan iemand die in dit onderwerp interesse heeft.

U kunt zich melden met een pb-tje.

Zet het boek op markt[paats ,onder K. Norel en titel

Dat kan, ik geef medeforummers even de 1e keus

Een vraagje, was vanmiddag op de WHD en zag dit model van de Damco 21. Wat mij opviel bij de strangenlieren dat de sleepdraad een aantal slagen om een rem? zat.(zie groene pijl) Werd dit in de praktijk ook zo gedaan? Je krijgt dan toch hele korte bochten in de draad, lijkt mij niet goed.
mvg
Geert

Jo hoor Geert, kijk maar hier bijvoorbeeld bij de Njord:

Foto met dank aan Vereniging De Binnenvaart/Binnenvaarttaal.
Mogelijk is de rol bij het model wat dun uitgevallen. Wij hadden aan boord ook een sleepinrichting van Mampay met 1 sleephaak, 1 strangenlier met draad en een horizontale rol met remband. De diameter van de rol was 50 cm.

Deze sleepbokken waren ook op alle Neska motorschepen aanwezig ,alleen met dit verschil dat de bok 90 graden gedraaid was . De strangenlier stond achter de woning , dus de strang liep eerst richting de machinekamerkap,plaats de bok ,en onder de overloop door ,na de bok over de overloop buitenboord . Hierdoor had je minder ruimte nodig als met een strangenklem . In de praktijk werkte dit beter daar wij debeide rembanden van een strang op dezelfde plaats konden bedienen .Als ik goed ben ingelicht kon je bij de DAMCO 21 de klembanden van de strangenlier en bokken vanuit de stuurhutbedienen .Over de knikken in de strang , de diameter van deze strangenbok was vele malen groter dan die van de bolders .

Bij ons op de Drechtstad zat het net zo als op die Neska's, alleen moesten wij wel de stuurhut uit om de strangenlier en remband te kunnen bedienen. Strangenlier en achterankerlier waren samengebouwd en het geheel werd door een 4pk Briggs & Stratton benzinemotor aangedreven.

Maar op de St Judas Thaddeüs kon alles door de schipper onder de vaart vanuit de stuurhut worden bediend. Dat schip was van nieuw af aan helemaal met 110 Volt gelijkstroommotoren uitgerust.

Heren,
Dank voor de uitleg.
mvg
Geert

Op de Neska 132 was achter de woning opgesteld , de strangenlier ,met 3 strangen .
Daarnaast de achterankerlier .
Beide aangedreven door een 3 cilinder Deutz A3l514 .
De ruimte achter deze lier constructie was van dien aard dat er voldoend werkruimte aanwezig was .
Het verdere achterdek werd inbeslag genomen door de Hitzler roer constructie .
Deze bestond uit 2 x 3 roeren .
1 groot roer midden achter de schroef , bijgestaan door aan weerszijde een kleiner roer ,dus in totaal 6 roer bladen .
Dit geheel was afgedekt door houten flonders .

De Hitzler roeren waar ik mee gevaren heb was achter de schroef een klein roer en 2 grote roeren er naast.Op sommige schepen stond het middenroer wat achteruit,zodat de roeruitslag maar ongeveer 65 gr.was,wat de draaicirkel van het schip niet bevorderde.