Benzine en Petroleum Handelsmaatschappij - B.P. Tankers.

HansH

Benzine en Petroleum Handelsmaatschappij - B.P. Tankers.

Bericht door HansH »

Een tank rederij uit het verleden, met schitterende schepen en prachtige verhalen met foto's.

Afbeelding


Onderstaand een voorproefje.

Afbeelding


Altijd keert het getij, zowel bij eb als bij vloed en winst in een discussie is vaak verlies op termijn! HansH

Afbeelding

Hallo forum bezoeker en mede scheepvaart hobbyist!

In de categorie "Rederijen " miste ik de BP. Van 1960 tot 1970 heb ik daar gevaren in de rangen van scheepsjongen tot kapitein. Op verzoek van de " Vereniging Binnenvaart" heb ik in 2006 een artikel geschreven over de periode BP tankers vanaf het eerste schip de "Sophia" 1908 tot aan de vloot beeindiging in 1990. Hierdoor bezit ik veel foto's van BP ers en de nodige achtergrond info. Misschien is het leuk om op dit forum daar ook gefaseerd wat van achter te laten. Ik wil proberen eerst de Depot vaart [pagina 1] en daarna het bunkeren [pagina 2] weer te geven. Daar waar een reactie wordt gegeven, zal ik indien passend en bij mij bekend, aanvullend iets uit de praktijk van schip of bemanning weer geven. Afsluiten zal ik met foto's en verhalen over ijsgang en varen met slecht weer.

Om u tijdens het lezen en kijken het juiste BP gevoel te geven schets ik eerst even kort de cultuur en sfeer aan boord van een BP er zoals toen in de jaren zestig door mij ervaren.

De cultuur

Elke organisatie ook rederijen, hebben hun zijn eigen typische kenmerken, eigenschappen, en sfeer bepalende zaken. Dat gold ook zeker voor de BP vloot.De bemanning bestond voor ruim 80 % uit humorvolle trouwe Katwijkers, waarvan er verschillende jarenlang als schipper op de BP vloot hebben gevaren. Zeelui met bijna zonder uitzondering een visserij verleden, gewend aan een hard leven op zee met weinig slaap maar ook een goed inkomen. Het liefst werd dit dan, ook op de binnenvaart bij BP verdiend. Er werd dan ook vrijwel dag en nacht, ongeacht de weersomstandigheden gevaren. Een nachtje door met een enkele ploeg, was dan ook nooit een punt van discussie. In het weekend bij mooi weer of storm ontmoeten ze elkaar op de boulevard in Katwijk en wisselden de nieuwtjes uit, zoals het aantal reizen en het aantal overuren dat gedraaid was. In de jaren 60 was 40 overuren tussen maandag 09.00 uur en vrijdag 17.00 uur de normaalste gang van zaken.Vaak meerden we vrijdag vroeg in de middag al af in Vlaardingen, Botlek, BP Amsterdam of bij een Depo. Maandagmorgen rond 09.00 uur waren we weer aan boord. We kregen dan een soort week programma op.[vaak ook al de vrijdag ervoor] Op maandag maakten we een planning die voorzag in het tijdig afmeren op vrijdag. Tegenvallers in de week bij laden of sluizen vertaalden zich naar bijstellen van de planning. Het vrijdag tijdstip werd slechts zelden bijgesteld. Natuurlijk vervielen al deze regels bij vorst.

Afbeelding

Slapen deden we als het kon om beurten en tussendoor, bijvoorbeeld s’middags na het eten. Een ‘Nopje doen’ werd dat genoemd.Ook in de stuurhut was een bank waar je heerlijk een uurtje op kon pitten. Voor het eten was het vaak ’blooker tijd’, men nam dan een borreltje of een biertje, een ‘beetje’ noemde men dat. Als men zowel een borreltje als een biertje nam, dan was dit een ‘stelletje’! Vanzelfsprekend kwam er s’maandags verse zeevis aanboord, die zodra er de gelegenheid voor was, werd gebakken in een kast onder de brug die daarvoor speciaal was ingericht. Als je op maandag dan ook een BP’er tegen kwam, was de kans groot dat je bij het passeren geen benzine of iets dergelijks rook, maar gebakken vis.Trouwens het was ook heerlijk om even langs de kast te gaan en een nog warm gebakken slipje of scharretje te eten. Ook menig depot stijgerman had daar weet van. De oudste schippers die vanaf het begin bij de rederij in dienst waren, hadden in de jaren 60 inmiddels een goede functie aan de wal of op kantoor of voeren nog als schipper. Deze personen waren geboren in de binnenvaart. Opgegroeid thuis aan boord van een Hasselter aak of Groninger tjalk. Stuk voor stuk mannen die het varen en onderhoud van een schip vanaf hun kinderjaren hadden meegekregen.Zij zijn het dan ook, die bepalend geweest zijn voor de uitstraling van de BP vloot, dit voor zowel voor de uiterlijke vorm, als onderhoud van het schip. Een nieuwe BPer werd standaard kaal van de werf gehaald en kwam eerst een tijdje in een ontroestings behandeling. Met allerlei conventionele middelen zoals verlopen olie en zand, werd het schip ontroest. Daarna werd alles in de lijnolie met siccatief gezet, alvorens de eerste laag menie er op mocht. Het duurde dan ook 2 tot 3 jaar voor een nieuwe BP’er volledig in de lak stond. Maar dan was het schip ook een lust om te zien, glom hij als een spiegel en was door het vele schuren met puimsteen zo glad als een paling.
Van mijn 45 jarige loopbaan is de BP tijd slechts 10 jaar. Maar het is wel een periode die ik voor geen goud zou willen missen. En zeker is, dat deze periode van mijn jonge jaren in mijn verdere loopbaan aan de wal een sterk bepalende positieve rol heeft gespeeld.

De aanleiding voor een eigen BP vloot.

Van een distributie netwerk was in het begin van de vorige eeuw nog geen sprake. Het woord logistiek moest nog worden uitgevonden en een vloot van schepen voor olie transport te water daar had nog niemand, zelfs geen schipper van gedroomd. Vrijwel de gehele binnenvaart vloot bestond toen nog uit zeilende klippers, tjalken, Hagenaars, Westlanders en dergelijke of Kempenaars, kastjes en rijnaken welke zich door stoom sleepboten van A naar B en weer terug lieten slepen. De logistiek van Nederland was in handen van de beurt - en vrije schippers. De ontwikkeling van het gebruik van vloeibare brandstoffen was echter voor de eerste wereldoorlog al in een sterk stijgende lijn. Met de in die tijd zeer beperkte vervoersmiddelen voor deze vloeibare stoffen gaf dat al snel de nodige distributie problemen. Niet altijd was er voldoende voorraad op de gewenste plaatsen. Het verplaatsen van grote hoeveelheden brandstoffen gebeurde in hoofdzaak in vaten van 200 liter welke met paard en wagen en per beurtschip naar de plaats van bestemming werden gebracht. Dat vond men bij de P.H.M. op een gegeven moment kennelijk te duur, te traag en te arbeidsintensief en men wilde duidelijk ook van de afhankelijkheid van derden af. (Basisprincipes veranderen nooit!!!] Bovendien bestond Zeeland en een deel van Zuid-Holland toen nog uit eilanden, dus alleen via het water te bereiken en was de kortste route naar de noordelijke provincies kortweg over de Zuiderzee.

Een eigen rederij

Daarom werd op 5 oktober 1909 in opdracht van de P.H.M, [de toenmalige Petroleum Handels Maatschappij] de NV Maatschappij Tank motorschip ‘SOPHIA’ opgericht, met als hoofddoel: ‘Het winstgevend doen uitvoeren van snelle olie transporten te water’. Gelijktijdig werd aan de scheepswerf ‘t Kromhout te Amsterdam opdracht gegeven tot het bouwen van een tank motorschip met zeil vermogen, hetwelk de naam ‘SOPHIA’ moest dragen. Hiermede werd door PHM het startsein gegeven voor eigen binnenlands vervoer te water. De ‘SOPHIA’ had vier lading tanks met een totale inhoud van 158.000 liter. [150 ton] Naast haar zeil tuig kreeg de SOPHIA een motor en wel een tweecilinder, 56 pk Kromhout Petroleum motor, met motor nummer 292. Als eigen brandstoftank had men een tank van 1000 liter en plaats voor negentien vaten petroleum aan dek voor de wat langere tocht. ‘Op stoomboten stond na het bunkeren toch ook nog vaak 100 mud kolen als reserve aan dek.!’ Het eerste Nederlandse tank motorschip met zeil vermogen was hiermee een feit. Bij de scheepswerf was het bouwen van een tankschip nog zo ongewoon, dat de ‘SOPHIA’ in 1908 onder bouw nummer 252 als motor vrachtboot met zeil tuig is ingeschreven.Zie onderstaande foto.

Afbeelding

Een foto van de Sophia gemaakt in 1908 op het binnen IJ in Amsterdam

Afbeelding

De Sophia liggend in Blokzijl, de woonplaats van kapitein Kooi.

Vlootuitbreiding

De ‘SOPHIA’ tufte en zeilde voorspoedig, haalde producten op in Antwerpen of Pernis en leverde die af in vaten of grote tanks op de toenmalige distributiedepots. Ook bevoorraadde ze veel gasfabrieken in denlande met gasolie.[Vandaar die naam gasolie] De eerder geformuleerde winstdoelstellingen werden kennelijk ruimschoots gehaald want al in 1915 werd haar zusterschip, de ‘FLORA’ [de latere BP Holland 2] bij scheepswerf Ceuvel, te Amsterdam besteld, echter zonder zeiltuig. Deze werf was de voormalige werf ‘t Kromhout welke in 1911 door de buren “Ceuvel” was overgenomen. Ook voor dit schip werd een NV opgericht, genaamd: de “ NV Schepen Exploitatie Maatschappij ‘FLORA’ met een identieke bedrijfsdoelstelling zoals reeds bij ‘SOPHIA’ was geformuleerd, maar nu met de toevoeging: ‘met meerdere tank lichters ‘FLORA’ mocht al wat groter zijn, 204 m3 [198 ton] en kreeg ook een zwaardere Kromhout petroleummotor van wel 90 PK. Ook werd zij uitgerust met een hijsinstallatie zodat men ook vaten makkelijk zelf kon laden en lossen.

Afbeelding

Wat een pracht foto van de toekomstige BP Holland 2

Afbeelding

Deze mooie foto van de BP Holland 2 Heeft Ab H op het forum gezet. Het is kort na 1954 toen de BP tankers omgedoopt werden naar BP Holland schepen Hij vaart hier de 2e Petroleum haven in Pernis in of uit? Ab H zijn vader was toen de schipper van de BPH 2

Afbeelding

De BP Holland 1 ex Sophia op het Spaarne.

Afbeelding

De BP Holland 1 is in 1977 geschonken aan de Museum werf "Kromhout" in Amsterdam. Deze hebben hem later toch weer van de hand gedaan. Na veel omzwervingen als bunkerboot en opslag schip vervult hij nu op 103 jarige leeftijd als woonboot "IJzer" te Mechelen [zie boven] voor de eigenaar als woning nog een belangrijke rol. Ik heb hem daar aangetroffen in 2011. Het schip is wreed verbouwd en is zijn schoonheid van vroeger volledig kwijt. Hij lag er na zoveel dienstjaren triest bij vond ik!

De BP Holland 2

Afbeelding

De grotere zus van de "Sophia" werd dus de "Floris". De latere BP Holland 2. In 1954 zijn namelijk de BP tankschepen [5 kleinere BP bunker bootjes de Sophia en de Floris] omgedoopt naar BP Holland. Op de bovenstaande foto vaart de BP Holland 2 in de jaren 50 in de Laakhaven te Den Haag. De kapitein was toen Ab Bouwmeester de latere scheepvaart manager van BP. In 1955 is de BP Holland 2 bij Schram Bolnes aanzienlijk verbouwd.

Afbeelding

Afbeelding



Er is 8 mtr tussengezet en de tankdekken zijn verhoogd, met een verlaagd stuk voor en achter het tankdek. Je ziet het ook nu bij de dubbelwandige tankers.Door de oorspronkelijke brede heupen van Flora kon haar lading capaciteit worden vergroot van 204 naar 350 kuub.Een groei van 70 % met behoud van dezelfde motor een 2 cylinder Industrie van 80 pk. Flora zelf werd hierdoor een ranke beslist niet lelijke dame.
In 1961 heeft er aan boord een ernstige koolmonoxide vergiftiging plaatsgevonden, waarbij de 32 jarige stuurman om het leven kwam en voor het leven van de toen 17 jarige scheepsjongen [ondergetekende Hans H ] ernstig werd gevreesd. In 1977 is de BP Holland 2 verkocht aan oliehandel Hoekman in URk en in 1987 op 73 jarige leeftijd op een sloperij in Franeker gesloopt.

De verlengde BP Holland 2 ontmoet haar grotere, maar een stuk jongere zuster BP Holland 24 op de Steenbergse Vliet.


Afbeelding

De BP Holland 2 op weg naar de Steenbergse Vliet

Afbeelding

Op de Steenbergse Vliet was de BP Holland 2 kind aan huis. Je behoefde er nauwelijks te sturen, want de modder van de oevers hield je feitelijk in het geultje. BP had een depo in Roozendaal en soms deed de 2 er wel 3 reizen per week naar toe.
Dat was nog een hele puzzel, want 3 reizen betekende 6 keer schutten in het Benedensas aan het Volkerak bij Janus en Chris. Maar deze schutten alleen maar 2 uur voor hoogwater tot 2 uur na hoog water mits het water buiten niet te hoog stond anders liep het binnen over de deuren heen. Kloe was dus op tijd naar binnen en op tijd er uit. Zeeland lag toen nog helemaal open. Wel werd er overal vanwege het Deltaplan gewerkt, maar de getijden hadden nog vrij spel. Voor ons met 80 PK Industrie betekende dat ook zo veel mogelijk voor stroom zien te varen. Dus voor hoogwater de sluis uit en als het kon een of twee uur voor of na hoogwater er in. Dat was altijd risicovol, want over de eb erin en blijven steken, betekende de kimmen buitenom boenen.[Grapje want die waren bijna zilver geschuurd door de Roosendaalse Vliet] Het mooiste was om met het staartje van de vloed uit de Botlek te vertrekken. Dan [toen nog] voor stroom de Dordtse kil uit. Met stil water bij Galethea en met opkomend tij nog een uurtje buiten wachten. Daarna schurend over de plaat naar binnen en gelijk worden geschut. Was je te laat dan lag je alleen al in het Hellegat dwars van Willemstad een uur te zuchten ,Tabak,tabak tabak enz. Bij nacht en ontij werden we geschut want de nachtelijke BP fooi daar werd veel voor gedaan. Het bij nacht binnen varen gebeurde met schijwerpers. Dat het invaren van de Steenbergse vliet geen kinderspel was [zeker niet bij nacht] mag blijken uit onderstaande foto.

De BP Holland 24 voor het Beneden sas

Afbeelding

De 24 vaart met een dwarse vloed [let op de ligging van de tonnen] maar met relatief nog laag water, de geul van de Steenbergse Vliet in. Er staat een mannetje bij de ankerlier om direct het anker te presenteren als dat nodig zou zijn. Je kon zomaar achter of midden raken en dan door de stroom de kop van het schip niet meer in je macht hebben en ineens dwars in het vaarwater terechtkomen. Een boegschroef hadden we nog nooit van gehoord! Trouwens het anker presenteren was ook niet geheel risicoloos. Maar door ervaring opgedaan kon je op den duur aardig inschatten wanneer het zeker zou moeten lukken. In Ballast met een harde NW storm hebben we leeg met een krabbend anker wel eens een ton meegenomen die we dan buiten weer netjes neerlegden en via onze marifoon Rijkswaterstaat ervan op de hoogte brachten.

Dat we het in de Steenbergse Vliet niet breed hadden blijkt wel uit onderstaande foto. Bij een tegenligger liep er dan ook op beide schepen een mannetje met een wrijfhoutje.

Afbeelding

De wederopbouw.

De jaren 50 zijn ingezet. Nederland herstelt zich van de oorlogsschade. Veel wordt geleidelijk vernieuwd en gemoderniseerd. Het autopark van Nederland begint te groeien. De kolengestookte apparaten worden omgebouwd naar olie. De Internationale zeescheepvaart brengt na haar verlies van veel schepen in de oorlogsjaren haar vloot weer op peil. Heel veel nieuwe op stookolie aangedreven schepen komen in de vaart. De bunkervraag in Rotterdam en Amsterdam naar zware olie stijgt. Kortom de vraag naar olie producten neemt een enorme vlucht. Bij BP Nederland worden meerdere depots, verspreid over het gehele land geopend en moet gebruik worden gemaakt van veel charters, om deze depots te bevoorraden. In de havens is nauwelijks aan de toenemende bunkervraag te voldoen.

De BP Rotterdam.

Om de wederopbouw voor BP Nederland te bespoedigen kwam er een grote roestbak uit Engeland de Hollandse BP vloot versterken. Op de werf in Vlaardingen is hij ontluisd en gestript en redelijk opgekalefaterd. Kapitein Glijn Langbroek uit Vlaardingen is er mee gaan varen.

Afbeelding

De roestbak hier op de werf in ombouwrenovatie naar de BP Rotterdam. Eenmaal in gebruik heeft hij dag en nacht op Antwerpen gevaren en tussendoor zeeschepen gebunkerd in Rotterdam. Zoals op de foto uit 1955 hieronder is te zien, had men in die tijd van onderbemanning geen last.Op de reddingsboei staat London, omdat het schip door het hoofdkantoor in Londen in bruikleen was verstrekt. In 1961 is het schip verkocht aan BP Antwerpen waar het nog jaren in de bunkers heeft gevaren.

Afbeelding

Onderstaand nog twee mooie foto's van de BP Rotterdam. Een uit 1958 met een brul voor de kop op de kruising, Nieuwe Maas, Noord en Lek. De tweede foto is de afscheidsfoto van de BP Rotterdam die al echt op de achtergrond ligt. Dit in een ontmoeting in 1959 met zijn moderne vervanger, de spiksplinternieuwe BP Holland 25. Deze ontmoeting vond plaats aan het oude BP steiger op de kop van de 2e Petroleum haven aan de Butaanweg in Pernis. Waar ik persoonlijk ook mijn eerste contacten met BP heb gehad.

Afbeelding

Afbeelding

De foto hier boven laat goed zien, hoe alle nieuwbouw schepen van de werf kwamen. Alleen de boeiing voor en achter en de verplichtte blauwe band stonden in de verf. De rest was kaal en toen zeker nog roestig ijzer.

Het volgende BP Holland nummer is de BP Holland 3. Dat was een Amsterdamse tankdekschuit die op de werf in Zaandam is ontploft.

BP Holland 4. In BP dossier niet genoemd.

BP Holland 5 Zie bunkeren pagina 2

BP Holland 6.Geen foto van, maar is een bunkerboot van 36 kuub in Amsterdam.

BP Holland 7.

Afbeelding

Dit is een bunkerboot[je] met een oorlogsverleden. In de meidagen van 1940 werd namelijk de Petroleum haven in Amsterdam gebombardeerd. Ook de voorraad van PHM ging in vlammen op. Beide schepen, de Sophia en de Flora die in de Petroleum haven lagen afgemeerd hebben het echter goed overleefd. In de oorlog werd door de bezetter een product opslag bepaling van kracht die er voor heeft zorg gedragen, dat beide schepen een depot functie in Hilversum kregen. De ‘SOPHIA’ als opslag boot voor gasolie en de ‘FLORA’ voor petroleum. De bevoorrading vond plaats door een Amsterdamse tank dekschuit de ‘Henny’ de latere ‘BP Holland 7’ die per reis 40 m3 afleverde.

BP Holland 8 en 9 Worden in de BP dossiers niet genoemd

BP Holland 10 Opslag ponton in Harlingen, [Geen foto].

BP Holland 11 Wordt in BP dossier niet genoemd.

De BP Holland 12 Zie bunkeren pagina 2.

BP Holland 13 en 14 Worden in BP dossiers niet genoemd.

BP Holland 15 Tankertje van 26 kuub. [Geen foto]

Dit schip pendelde dagelijks [vletten] van Pernis naar de Vliet haven. Daar had de BP evenals andere oliemaatschappijen een klein depotje. In het weekend meerden er ook grotere schepen af.Onderstaand de BP Holland 20 meert voor het weekend af in de Vliet haven. Job Krijger kijkt toe en HansH zet een draad op de achterbolder.

Afbeelding

BP Holland 16 en 17 Worden in BP dossiers niet genoemd.

BP Holland 18 Bunkerboot van 35 kuub in Den Helder.[Geen foto]

BP Holland 19 Wordt in BP dossier niet genoemd

De Kempenaars BP Holland 20, 21, 22, 23 en 24

1954 De BP Holland 20.

Van Januari 1961 tot 30 december 1961 heb ik op de BP Holland 20 als scheepsjongen/matroos gevaren. Kapitein was toen Job Krijger. Geen zee ging hem te hoog. Deze is in mei van dat jaar getrouwd en zijn blonde vrouw Nel is toen aan boord komen wonen. Ze bracht een heel gezellige sfeer met zich mee. Vooral s' avonds onder het varen in de stuurhut vond ik het als 16 jarige jongen heel huiselijk gezellig. De nog niet verlengde BP Holland 20 zag er toen als onderstaand uit. Hij is hier leeg afvarend op de Lek in de bocht van Ameide.

Afbeelding

De BP Holland 20 is in 1954, als het eerste nieuwbouw schip bij Scheepswerven Piet Hein [Schram Papendrecht] van de werf afgekomen. Het is een zgn ‘kempenaar’. Hij moest ook de kleinere BP depots zoals Roosendaal, Leeuwarden en Blokzijl kunnen bevoorraden. In één lading nam hij liefst ruim 570000 liter aan product mee. Dit konden verschillende producten zijn, verdeeld over 10 lading tanks. Zijn afmetingen waren 50 mtr lang en 6.6 mtr breed. Het schip is prachtig van lijn met een sterke krachtbron van 240 PK Brons en liep als een trein. Voor de binnenschippers van die tijd was het een modern schip, een echte hardloper. Ook de inrichting was eigentijds, zo was er wel is waar geen koelkast aan boord, maar aan dek, wel twee mooi gelakte vliegen kastjes met muggengaas om verse groenten en vleeswaren te bewaren. Vanuit 2 grote drinkwatertanks kon zowel voorop als achterop met een zwengelpomp water worden opgepompt om bijv. koffie te zetten op een prachtig olie gestookt fornuis. Dit fornuis diende ook als warmtebron.[Je kookte s'zomers in je blote bast] Wassen deed je bij de gootsteen, een douche was in die tijd zelfs aan de wal nog geen gemeengoed. De toiletten hadden een vleugelpomp om het buitenboord water omhoog te brengen zodat het toilet net als aan de wal gewoon kon worden doorgespoeld. Overigens als het schip leeg voer was het toiletwater pompen voorop vaak een probleem omdat het schip zich zover achterover trok dat de pomp lens trok, maar als men hem dan, als het schip weer stil lag opgoot, had je weer water.
Oh ja, de ‘BP HOLLAND 20’ had een heus koproer, wat leeg bij dwarse wind voor de schipper een goede steun was om in de wind op te sturen. In 1961 waren de ladingtanks al zo verroest dat er per reis een halve emmer roest uit de tank werd gehaald. Vaak gaf dit bij het keuren bij de SHELL op het K terrein in Pernis problemen met het laden van lichte producten zoals White Spirit en Nafta. In juli 1961 zijn daarom alle tanks bij Schram gezandstraald en gecoat. Daarna kon je in de tank bij wijze van spreken van de bodem eten. We zijn toen Nafta [vliegtuigbenzine] voor Schiphol gaan varen. Onderstaande foto is hij onderweg leeg van Schiphol liggend bij de spoorbrug van Alphen a/d Rijn. Je moest daar toen tol betalen. Gouwsluis heette die locatie.

Afbeelding

In 1964 is hij verlengd met 10 meter. Hierdoor nam de lading capaciteit toe tot 758000 Ltr. Deze verlenging vond plaats in het dok bij Schram in Bolnes. Op de foto is goed te zien hoe over de lengte van het schip op 2 mtr hoogte latten zijn gelegd. Deze moeten er voor zorgen dat de lijn van het schip tijdens het vast lassen van het nieuwe tussen stuk behouden blijft. Dit door het zo te visualiseren. Ook is op deze foto goed te zien dat de tanks van binnen met een creme kleurige coat gecoat waren.

Afbeelding

Na de verlenging zag hij er als onderstaand uit.

Afbeelding

1955 De BP Holland 21

Deze kwam dus een jaar later in de vaart. Was weliswaar gelijk van afmetingen aan de 20, maar had toch grote verschillen. Zo was er naast de roef geen gangboord, maar liep het dek door en stond er rond de roef een hoge reling op het dek. De inrichting van de achter en voor woning waren vanuit het voortschrijdend inzicht van de gebruikers in dat jaar [ja, er was inbreng bij de BP] totaal veranderd. Veel practischer en minder hokkerig. Wel werd nog op een olie fornuis gekookt en moest water nog worden opgezwengeld. De motor bleef een 240 PK Brons

Afbeelding

De BP Holland 21 was mijn eerste schip waar ik als 15 jarige scheepsjongen op maandagmorgen in Amsterdam in de Petroleum haven aan boord stapte. Het was november 1960. De 18 jarige volleerde scheepsjongen / matroos Arie Hoek ving mij op en moest mij een week inwerken. Daarna mocht ik zijn rol overnemen. Kapitein was Berend Vis en de Stuurman kwam uit Drente. Hij heette Henk maar zijn achternaam ben ik helaas vergeten. Ik had natuurlijk thuis bij mijn vader aan boord het nodige geleerd en bij het K.O.F.S. in Rotterdam mijn 2 jarige internaatopleiding gehad . Daarna had ik een tijdje bij Gebr Broere op de Dordrecht 3 bij de vrijgezel Cor Klop gevaren. Dat was een zwaar leven voor een 15 jarige. Volgens de inschatting van mijn ouders ging het niet goed met me: Ik zag er slecht uit zeiden ze, vel over been en ik sliep het hele weekend. Vandaar de overstap. Als scheepsjongen moest ik zowel eten kopen, als koken, verblijven schoonhouden, koffie en thee zetten, aan dek helpen en op vrijdag de ramen zemen en het koper poetsen. Weer of geen weer! Op de Steenbergse Vliet mocht ik sturen, want daar kon een blind paard nog geen kwaad doen zeiden ze. Toch heb ik verschrikkelijk mijn best gedaan hem door die Vliet te sturen zonder dat hij uit zijn roer liep. Ik zag aan Berend Vis dat hij dat best wel kon waarderen. Bovenstaande foto heb ik zelf gemaakt om vast te leggen, hoe goed ik de ramen had gezeemd en hoe hard de bel glom en je in de stuurhut je kon spiegelen in het kompashuis. Naast ons ligt de geladen BP Holland 2. Trouwens als er iemand voor mij een mooie foto van de Dordrecht 3 heeft hou ik me warm aanbevolen.

Afbeelding

Bovenstaand een plaatje wat KK wel heel bekend zal voorkomen. De 33 voor de wal aan de slang en wachtend aan het loop steiger de 24, met opzij de 21.
Later heb ik met de 21 nog een enerverende dag en nacht beleefd. Als afloskaptein kwam ik op maandagmorgen in januari 1969 in Weert aan boord. De 21 was leeg en gebruikelijk was dan, dat tank 2 en 4 en uiteraard de achterpiek vol met water werden gezet om zo onder de hefdeuren van Sluis 16 [Is toch 16 he?] te kunnen doorvaren. Vanaf de wal kon ik al zien dat er ballast was getrokken maar voor alle zekerheid nog aan de bemanning gevraagd en een bevestigend antwoord gekregen. Met de schroef net in zijn werk voorzichtig de sluis in gevaren en we hielden zoals gebruikelijk 20 cm over op het stuurhutdak. Niets aan de hand dus! Geschut, lichten op groen en ik sta met mijn heup tegen het roer, schroef in zijn werk een sjekkie te draaien. De 21 schuift netjes langs de muur de sluis uit. Op een gegeven moment een hoop gekraak, rondvliegende glassplinters ook in mijn gezicht en het dak van de stuurhut ligt in stukken op het roefdek. Met de kont nog in de sluis, direct gestopt en de sluismeester gevraagd wat er aan de hand was. Ja zei hij: " Door smeltwater en regen is het kanaal peil beneden de sluis 30 cm boven peil ". Ik heb hem hartelijk bedankt voor de tijdige informatie en het als zodanig ook in het schade rapport vermeld. In de vroege avond in een behoorlijke dikke mist afgeschut in Linne. Beneden de Sluis opgedraaid en in het stuwgat op de tankerplaats ten anker gegaan. s' Nachts om drie uur nog even gekeken maar als een zak. Om 5 uur schrik ik wakker van een grote klap en een schommeling van het schip met langszij een schurend geluid. Duidelijk dat er een schip langs glijd. Schiet als een speer een broek en trui aan, hol naar het stuurhuis en zie in de nog steeds dikke mist nog net een heklicht verdwijnen. Ja wat is wijsheid. Iedereen was wakker, dus toch maar motor gestart, anker op en kop voor genomen. Mannetje op de kop en weldra zagen we het heklicht van de boosdoener. Samen schoven we de wazige geel verlichtte lege sluis van Roermond in. Het was een met grind geladen Natra die om 4 uur de eerste schutting had genomen. Maar door de mist durfde hij niet af te varen. Dus rond, maar onvoldoende kracht gezet [hij kon natuurlijk ook niet zien hoe hard het stroomde in het stuwgat] en zo kopvoor bij ons aan stuurboord tank 4 in. Bij het achteruitslaan nam die door de stroom in het stuwgat automatish kopvoor. We hadden een behoorlijke deuk en een afgescheurd dwarspant. In de sluis hem een verklaring voorgelegd die hij direct tekende. Hij gaf aan dat hij van plan was geweest het op de sluis te melden. Het was overigens behoorlijk koud hoor met zo'n kapotte stuurhut. Dezelfde week stond er op donderdag al weer een nieuwe op.
In 1983 is de 21 verkocht. Vervolgens heette zij Holland 1 [Dan hoefde je alleen de 2 en BP maar weg te schilderen] Daarna kreeg ze de naam Atlantis en uiteindelijke is ze terecht gekomen bij een BP oliehandel relatie in Terneuzen. Deze heeft haar Zeemeeuw genoemd, er een bunkertuig op gezet, hier en daar de zeewaardigheid wat verhoogd en zo heeft ze nog jaren op de Westerschelde zeebunkers verricht.

Afbeelding

In 2005 is ze als Alexandra op zeetransport gezet voor een nieuw Russsich leven in St Petersburg. waar haar jongere zus de BP Holland 26 5 jaar later ook naar toe is geemigreerd.

Afbeelding

De BP Holland 22 en 23 Dat waren twee identieke bunker bootjes van 18 kuub. Gebouwd in 1956 bij de Hoop in Overschie

De BP Holland 24

De BP Holland 24 is in 1957 in de vaart gebracht. Hij was weer een verbeterde versie van de BP 21. Zo was het gangboord langs de roef weer terug en was de voorboeing wat ingekort. Op het weggelaten stuk stond nu een iets achterover gebogen hek werkje .Verder waren zowel de verblijven voor als achter weer verbeterd. Ook waren er om te koken butagas stellen geplaatst. Het gehele jaar 1963 heb ik als scheepsjongen/matroos er op gevaren. Kapitein was eerst Gijs Haasnoot en later Piet van Beelen .Beiden Katwijkers met een zeevaartverleden. De 24 voer naar alle Depots in Nederland en haalde de producten in de Botlek, Amsterdam of Antwerpen.Soms ging hij ook leeg van Weert door het kanaal Bocholtz Herenthals naar Antwerpen om daar te laden voor Roosendaal. Degene die dit op kantoor inplande was onze wal manager Jan Eerland. Hartje zomer van 1963 heeft hij zichzelf bij de 24 mee ingepland en is hij op zo'n mooi reisje door de Kempen meegegaan. Het is de week van zijn leven geweest zo probeerde hij ons aan het einde van de week te verzekeren. Meerdere zwart wit foto rolletjes heeft hij volgeschoten. En zijn achting voor het varensvolk is die week zeker verder gegroeid.

Onderstaand een fotocollage van een schutting op dat kanaal.

Afbeelding

In Antwerpen heeft hij ervaren dat de Belgische logica en regelgeving anders was dan de Rotterdamse.Maar ook, dat je met wat smeermiddelen toch je doel wel kon bereiken. Ook zag hij hoe een zwerm schepen leeg en beladen als vliegen op de sluis afvlogen als ze naar binnen of naar buiten wilden schutten. Om Antwerpen binnen te komen of te verlaten naar de Schelde moest je altijd schutten, in de Kruisschans sluis, Boudewijn sluis of de Royer sluis. Soms lag je uren op stroom of binnen te wachten vanwege het tij of zeevaart of beiden tot er groen licht werd gegeven. Maar als het sein groen gegeven werd zocht elke schipper een goed plekje in de sluis, voor,achter of tussen de zeechepen.De tij mannen die op de sluis liepen pakten wel een draadje aan van de schepen die tegen da wal gingen. Het liefs ging men bij iemand opzij.Inmiddels is dit proces met de huidige communicatiemiddelen zo ondenkbaar denk ik. Ook dat heeft Jan Eerland op beeld vastgelegd.
Onderstaande de BP Holland 24 in de Kruisschans te Antwerpen.

Afbeelding

Als dan de sluis openging, was dat te vergelijken met een bijenkorf welke opengezet werd. Voor de Kruisschans liep er zowel bij vloed als bij afgaand tij een behoorlijk stroom, want de sluis lag in een diepe bocht van de Schelde. Die stroom pakte je beet terwijl je nog onvoldoende snelheid had om het schip jou wil op te leggen. Het was dan heel goed opletten.
Onderstaand een mooi beeld van de Westerschelde, buiten de Kruisschans.

Afbeelding

Aan bakboord van ons zat nog wat zeevaart herinner ik me. Deze moest nog op snelheid komen. Maar voor het Nauw van Bath hadden ze ons zeker gepasseerd. Die tegenligger, daar hadden we geen last van, alleen van zijn golven, die liepen ook toen al soms over het dek heen. Het was zaak goed stuurboordwal aan te houden.


Afbeelding

Afbeelding

Onderstaand zijn we Hansweert reeds gepasseerd en liggen we in de middensluis van Wemeldinge. Al jaren staat nu op die plaats een appartementencomplex. Een deel van de sluis is jachthaven geworden.

Middensluis Wemeldinge

]Afbeelding

Tot slot nog een beleving op de 24 die ik mijn leven nooit zal vergeten. Het is 1 mei 1963. Hans is 18 jaar oud. We zijn onderweg van Amsterdam naar Zwolle. Op het IJsselmeer stond er een stijve bries uit het westen. Voor alle zekerheid hadden we wel de blinden voor de roef ramen gedaan, je weet nooit he! De weersvoorspellingen gaven aanwakkerende ruimende wind met windstoten. We zaten met zijn drieen in de stuurhut. Huib de Boer een afloskapitein, Wim Haasnoot de stuurman en ik HansH. Aan dek was inmiddels alleen maar water te zien. We naderden de val van Urk en het was rond 15.00 uur. Uit verveling zat ik een beetje door de verrekijker de omgeving af te speuren. Het enige wat ik dacht te zien, was een stuurhutje van een los varend sleepbootje, aan BB vooruit. Toen ik later nog eens keek zag ik ook een mastje voor dat stuur hutje boven het water uit komen en 2 mensen buiten het stuurhutje staan. Maar die stonden hoger dan het hutje. Ik begreep dat daar iets niet in orde was. Gaf Huib Boer de kijker en deze zei: Volgens mij ligt daar iemand te verzuipen. We hebben direct bijgelegd en waren in 5 minuten daar. Dichterbij was het snel duidelijk: Het was een zinkende spits en er stonden een man en een vrouw op het roefdek.Volgens mij bij een roeiboot, maar ik kan me verder geen roeiboot herinneren. De vrouw had een pak in haar armen. Wim en ik hebben ons oliegoed aangedaan en weldra vielen we achter bij de spits letterlijk opzij. Het voorschip van de "Hoop doet leven" want dat was de naam van de spits, was reeds onder water verdwenen. De vrouw reikte mij dat pak aan en Wim hielp haar over te stappen. Het water tussen ons spoot meters hoog. Het pak heb ik gelijk op de roef gelegd en geholpen die man en vrouw over te brengen. Onder tussen floot er uit de kachel pijp die bij die spits op de roef stond een stoomwalm alsof het een stoomfluit was. Het hield ook ineens weer op en gelijktijdig verdween de naamplaat die op de roef stond " De Hoop doet leven " onder water. De stoom werd veroorzaakt door een brandende kolenkachel die door IJsselmeer water werd geblust. Begrepen we later. De man en de vrouw verdwenen gelijk bij ons in de stuurhut. Wel pakte de vrouw eerst dat pak op, wat ik op het roefdek had gelegd. Huib Boer had inmiddels koers gezet naar Urk en via onze mobilefoon het kantoor van het geval op de hoogte gebracht. Wij deden in de machinekamer ons oliegoed uit en gingen naar de brug. Daar viel mijn [onze] mond open van verbazing. De vrouw zat met een kind van 18 maanden [nog volledig droog] op schoot. Dat was de inhoud van het pakketje. In Urk hebben we ze, voor zo ver dat ging met kleding van onszelf aangekleed. Zijn daar s'nachts ook blijven liggen. Ook vanuit Urk werd direct door een berger met oorringen hulp geboden. De andere morgen hebben we afscheid genomen en onze reis naar Zwolle vervolgd. Nooit meer wat van die familie gehoord. Hun naam was Berendsen en ze kwamen uit Deventer. Dus als er een Berendsen is, man of vrouw die dit leest, het verhaal herkend en rond de 50 jaar oud is, heb je grote kans ooit in mijn armen te hebben gelegen. Maar nu serieus, ik zou alsnog wel eens contact met die persoon of familie willen hebben.

Het BP blad Pluto plaatste onderstaande felicitatie.


Afbeelding

De BP Holland 24 is bij de afvloeing van de vloot in de jaren 80 verkocht naar Belgie. Daar kreeg ze de naam Topaas.

Afbeelding

In 2006 heb ik haar in Antwerpen toen we daar zelf gingen bunkeren, als bunkerschip voor Agaat zien liggen met de naam Helena. Het hek werkje voorop stond er nog steeds. Zie onderstaande fotocollage.

De ex BP Holland 24 als bunkerschip

Afbeelding

De laatste BP vaardag van HansH

Mijn laatste reis bij de BP heb ik gemaakt als afloskaptein op de BP Holland 24. Het is dan Juli 1970. Beroepsmatig was het tevens mijn laatste vaardag. Ik was 25 jaar, gehuwd, mijn vrouw was in verwachting en ze kon niet goed tegen het alleen zijn. Zelf had ik ondanks mijn betrokkenheid op het varen, behoefte om mijn vleugels verder uit te slaan, en s'avonds weer op het nest te landen. Mijn verdere werkzame leven heb ik daarna dan ook door heel Nederland gezworven, maar wel elke avond thuis.
Het was een reis van Antwerpen naar Amsterdam. Het stormde die dag. Volledig dichtgetimmerd en alles aan dek vastgesjord zijn we van Antwerpen afgekomen. In Hansweert vroeg de sluismeester, toen ik me buiten over de mobilefoon meldde of ik een lege spits van de kleine sluis [die lag daar al een dag verwaaid vanwege de zekerheid op de stenen te waaien] mee naar binnen wilde nemen. We mochten dan met die spits opzij direct de grote sluis in. Ik heb dat gedaan, maar het leverde ook een afscheidskras op. Voor aan SB in de boeiing. Die lege blaas opzij deed ons toch ook nog een beetje verlageren, waardoor ik niet goed gebekt voor de deur uitkwam en met corrigeren de deur raakte. Gelukkig waren die deuren van hout en beperkte de schade zich tot verfschade.

De 1000 tonners BP Holland 25, 26 en 27

De Nederlandse naoorlogse ontwikkeling bracht een enorme toename van het gebruik van olie producten met zich mee. De automarkt groeide gigantisch,van kolen werd overgestapt op olie, de luchvaart verdubbelde zich bijna per jaar evenals het gebruik van olie in de scheepvaart. In de loop van de jaren 50 was de distibutie van de BP producten naar Depots, maar ook de bunkering van zeeschepen in de haven voor het merendeel door derden uitgevoerd. De directie besloot daarom in drie jaar tijd de vervoerscapaciteit te water met eigen schepen ruim te verdubbelen. Daartoe werden bij de scheepswerven Piet Hein te Papendrecht drie 1000 tonners [75x9 mtr] besteld. Twee voor K1 produkten en een voor het K 3 product De schepen moesten in respectievelijk 1959, 1960 en 1961 worden afgeleverd. En zo is het ook gebeurd.

1959 De BP Holland 25 maakt zijn proefvaart
Afbeelding

Voor de BP directie was dit een heel gebeuren zelfs een afvaardiging uit Engeland ontbrak niet.[Zie hoeden] De overdracht vond plaats bij het nog in aanbouw zijnde BP Botlek Depot. De trotse Kapitein Jan Bultje staat in het nette pak samen met zijn vrouw uiterst links. Aan het gezelschap te zien was verjonging van het management bij BP nog geen hot item.

De vlagwisseling

Afbeelding

De 25 was een K3 schip van 1084 ton waar 1090000 liter k3 product inging.
Het was een schip zonder trunk, waarvan het dek in geladen toestand slechts 15 cm boven de waterlijn uitstak. Bij de geladen vaart werd dan ook automatisch het dek gespoeld en was het een ervaringskunstje om met droge voeten van voor naar achter of andersom te komen. De 25 had 4 roeren en twee schroeven, die elk werden aangedreven door 250 Bolnes.
Het schip had geen koproer, of boegschroef. Bij het met leeg schip manoeuvreren met veel wind werd meestal een van de voor ankers gepresenteerd. Voor die tijd was het een grote tanker. Voor een schipper was hij oogstrelend om te zien en straalde door zijn sierlijke lijn, opbouw van brug en stuurhut een bijzondere dynamiek uit, die toen, voor de binnenvaart [eind jaren 50] uniek was. Ook de inrichting was voor die tijd ultra modern, maar toch werd toen nog vanzelfsprekend, met het conventionele stuurrad gestuurd. Het schip was ook zeer comfortabel om op te varen, want het had douches en centrale verwarming. Bovendien had elk bemanningslid zijn eigen hut. Voor bunkering was het schip ook geschikt, het bunkertuig moest echter wel met een handlier overeind gezet worden.

Ja, de BP 25 is een prachtig schip met een historisch verleden. Heb zelf ook een bepaalde verwantschap met dat schip. Dat ging zover dat ik in de jaren '80 door een vaardige kunstschilder uit Terneuzen, maar wel met een vaarverleden, de 25 heb laten schilderen. Hij heeft dat zeer kunstig gedaan het geeft een realistisch beeld hoe het er voor stroom varend vanaf Antwerpen naar Hansweerd met een harde N.W. wind op de Schelde uit zag. Het schilderij hangt al jaren bij mij in de gang en is bij binnenkomst van een vreemde een dankbaar onderwerp van gesprek. Leuk ook dat de voorroef er nog opstaat, die na een fikse aanvaring er is af gehaald. Ook daar zal ik een plaatje van bij doen.
Schilderij van de BP Holland 25 op de Westerschelde.

Afbeelding

Nog een collage van de 25.[/b]

Afbeelding

Oud, BP Holland 2 en jong BP Holland 25 ontmoeten elkaar [1962] op het Amsterdam Rijnkanaal.[/b

Afbeelding

De BP Holland 25 na een vrijage met de duw combinatie "Wasserbuffel".

Ik was niet aan boord. Was er een paar dagen van te voren met verlof gegaan. Het is dan volgens mij eind 1969 begin 1970. Maar mijn spullen waren daar wel. Deze lagen in de stuurmanshut in de stookolie rond te drijven. Bij Schram in Bolnes hebben ze de voorroef er afgehaald en het hele voorverblijf heringericht als stookruimte voor zware stookolie. Ook be bunkergiek welke nog met een handlier overeind werd gezet, is toen vervangen door een hydrolisch systeem.,

Afbeelding

De 25 is in 1990 verkocht aan 'Altlantic Schepen Exploitatie Maatschappij' in Pernis . De directie van deze rederij was vroeger commercieel medewerker van BP

De Atlentic Service ex BP Holland 25.

Afbeelding[/url]

Mevr. vd Oever, de directrice van 'Atlantic Schepen Exploitatie Maatschappij' welke sedert 1990 de eigenaresse van de 25 is, beschreef haar mij, als een "Old Lady" welke haar mannetje stond. In 2008 is hij doorverkocht en kreeg de naam IJmond.

Afbeelding

Momenteel gaat de BP Holland 25 als Valetta door het leven. [geen foto] Eigenaar is Exho Shipping BV in Raamsdonksveer
[Bron Vereniging Binnenvaart]

1960 De BP Holland 26

Vrijwel gelijk aan de 25, met dit verschil dat het een K1 schip was, waardoor haar inhoud in K1 liters, groter was,namelijk 1113000 ltr. Henk van Oord de toen nog varende oudste kapitein heeft haar van de werf gehaald. Het ritueel zoals op de 25 geoefend herhaalde zich voor het Botlek depot.

2 Foto's van de BP Holland 26 in haar proefvaart.

Afbeelding

Afbeelding

Ook de BP Holland 26 ging net als haar zuster een vrijage aan met een duwstel. En als je van de schrik bekomen bent, blijft het toch nog een hoop ellende voor dat je weer aan de normale vaart kan deelnemen.

Afbeelding

In 1990 is ook de 26 aan van Ommeren verkocht en kreeg daar de naam Basilia. Nog geen jaar heeft hij die naam gedragen. HIJ werd een handelsproduct en kreeg vervolgens de namen Diala, Intertank, Argos 1 en in 2008 werd het Florus.Met deze naam is hij in 2010 verkocht naar St Petersburg om daar zijn zusje de ex BP Holland 21 te assisteren.

De Florus ex BP Holland 26 in volle glorie.

Afbeelding

Het is toch een lust om dat schip zo te zien varen!!

Vertrek van de Florus naar St. Petersburg. [okt2010]

Afbeelding

1961 De BP Holland 27.

Misschien wel het mooiste schip van de BP.In grote lijnen gelijk aan de 25 en 26. Ook een K1 schip maar dan met een hoge trunk op het dek. Hierdoor had hij een laad inhoud van 1422 kuub product. Daarnaast had de 27 een dubbel leiding systeem. Dat was goed oppassen, maar als je het vooraf goed bekeek kon je er goed je voordeel meedoen. Je kon dus twee producten gelijktijdig laden en/of lossen.Geert Smeltekop de laatste kapitein van de BP Rotterdam heeft hem in 1961 van de werf in Papendrecht gehaald. Ondanks of dankzij dat trunkdek was de BP Holland 27 [voor haar verlenging] een prachtige verschijning op het water. Een verschijning, die in het begin, net als een mooie vrouw door heel wat schippers is nagekeken als ze passeerde!
Natuurlijk was er ook een officiele proefvaart met genodigden en uiteraard vond dit plaats voor de inmiddels operationele Botlek. Geert Smeltekop is de vierde van links op de foto.

Afbeelding

De BP Holland 27 zijn eerste reis de Lek op.
De werf vlag wappert gestreken, nog net boven het dek.


Afbeelding

Wittebroodsweek

Voor mij en mijn vrouw heeft de BP Holland 27 ook nog een bijzondere betekenis.In de loop van 1968 hadden wij een bewoond huis gekocht, wat in september van dat jaar leeg zou komen. Dus: Onze trouwdatum in november gepland, bruiloft geregeld en verlof besproken. Maar het liep anders. Op onze trouwdag was ons huis niet leeg. Ik voer in die periode als stuurman op de 27. We hebben onze trouwdag gewoon door laten gaan en hebben onze huwelijksreis op de 27 gemaakt. Het was voor mijn vrouw in veel opzichten even wennen. Maandagmorgen met de eerste trein naar Groningen. aan boord alles anders als aan de wal Steeds was er wel een geluid en dat ging de hele dag en soms ook de gehele nacht allemaal gewoon door.Op onze 40 jarige trouwdag verscheen er een gedenk boek, Daarin stond een foto van de BP Holland 27 met de volgende tekst. " De BP Holland 27 was onze huwelijksboot. En ma, ze genoot! Wel voeren we dag en nacht. En Ja, dat had ze niet verwacht. In bed kwam pa af en toe. En pa was dan echt nog niet te moe!" Duidelijk opgesteld door iemand met een ruime fantasie en een groot inlevingsvermogen.

Haar einde.

De ‘BP HOLLAND 27’ is bij de opheffing van de vloot van BP NEDERLAND BV in 1990 verkocht aan van Ommeren en heeft daar onder de naam ‘BELGIA’ tot 1993 gevaren. Daarna heeft zij nog zeven jaren ons rivierbeeld gesierd, met eerst de namen ‘JOURY’ en later werd het ‘SMARAGD’. Rond 2001 toen ze 40 jaar haar taak uitstekend had verricht, kreeg ze geen lintje, maar werd bij de sloperij Treffers in Haarlem gesloopt.

Afbeelding

Afbeelding

Als definitief afscheid, de 27 nog eenmaal in haar element tussen de elementen!

Afbeelding

1962 De BP Holland28 en 29. Zie onderwerp Bunkering

1963 De BP Holland 30

De 30 was een erg handzaam schip om mee te varen. Hij is door Job Krijger van de werf [Piet Hein] gehaald. Het schip was 59 mtr lang en 6.9 mtr breed en 760 kuub lading capaciteit. Gebouwd om naar het Depot Weert te kunnen varen. Een 300 PK Bolnes zorgde voor de voortstuwing. In zekere zin luidde de 30 een nieuw tijdperk voor de BP vloot in. Er stond namelijk een radar op.

Afbeelding

Het was dus de eerste BP tanker voorzien van radar. Job Krijger was namelijk vanuit zijn militaire diensttijd radarspecialist. De radar was een DECCA 405 de zogenaamde ‘halve maan met vleugels’. Bij deze eerste rivier radars, moest je over een bijzondere gave en techniek beschikken om daarmee in de mist of bij nacht te kunnen varen. De beeldweergave van deze apparaten beruste op gloeilamp principes, maar het beeld op zich kon vol zitten met valse echo’s. Deze echo’s van echt te onderscheiden, vroeg uiteraard een goede plaatselijke bekendheid, maar ook duidelijke kennis van de werkingsprincipes van radar.In het begin gebeurde het heus wel dat je afstopte en geluid seinen gaf, niets hoorde, maar wel een echo op je af zag komen. Het was dan wachten op de klap die niet kwam.

Afbeelding

De BP Holland 30 ergens in Nederland Er is vast wel iemand die precies weet waar dit is?
Afbeelding

Afvarend passeren van Sluis Heumen.

Veel reizen heeft hij gemaakt op weert. Daar was hij voor wat betreft zijn afmetingen ook op gemaakt en het paste precies!

Afbeelding

Graag voer ik als aflosser op de 30. Een reis naar Weert en de Maas op en af vond ik afwisselend varen.

HansH in zijn jonge jaren,1969. Ontspannen op de kop zittend bij de sluis van Belfeld?

Afbeelding

Nog een BP 30 collage.

Afbeelding

Bij de opheffing van de vloot in 1990 is hij verkocht aan Klaas de boer uit Urk.
Deze vond het kennelijk zo'n mooi schip dat hij haar prompt voorzag van zijn eigen naam.

De Klaas de Boer

Afbeelding

1963 De BP Holland 31en 32

Dit waren weer twee bunker boten voor respectievelijk Maasbracht en Papendrecht.
Ze waren 19 meter lang en 3.2 meter breed. Er stond 80 D.A.F. in en ze namen 44 kuub product mee.

Afbeelding

Hier heeft de BP Holland 32 net zijn proefvaart achter de rug. De man op op het voordek is Vries Schadee van Doorn. Hij was voor de schepen de Haarlemmer olie bij technische storingen. Hij bepaalde of iets stuk was en vervangen moest worden, tijdelijk gerepareerd of definitief. Begeleide elke reparatie en werfbeurt. Ook alle nieuwbouw is onder zijn toezicht en inbreng uitgevoerd. Bij ons allen, maar ook op de werven van Piet Hein/Schram was veel respect voor deze man. Dit om zijn toegangkelijkheid, creatief technisch inzicht, zijn oplossend vermogen en beschikbaarheid elk uur van de dag of nacht. Vries was er altijd. Een man met veel verdiensten voor BP

1964 De BP Holland 33

Voor veel mensen was ze het vlaggenschip van de maatschappij. Dit niet alleen om haar afmetingen [80x 9.5 mtr] maar ook vooral om voor die tijd revolutionaire opzet. Geen accomodatie meer voorop. Alles achter geconcentreerd en opgezet voor de continuvaart. Voorzien van een boegschroef, maar dan wel zo een, die met een straalbuis over 360 graden stuurkracht kon geven. Hij was alleen niet vanuit de stuurhut bedienbaar, maar uitsluitend vanaf het voordek met een gas handle en stuurwiel. Beiden waren aan de trunk bevestigd. Deze trunk was behoorlijk hoog hetgeen ook zorgdroeg voor extra lading volume. Vernieuwend voor die tijd was ook het sturen met een stuurknuppel.

Afbeelding

Afbeelding

Zo te zien hadden de gasten niet al te veel vertrouwen in het knuppeltje van Jan Bultje. Zelfs zijn vrouw staat te kijken van Jan: Gaat dat wel goed?

Afbeelding

Uiteraard stond er een radar op de 33. het varen met rader was voor de BP ook voor Jan Bultje nog geen routine gebeuren. Natuurlijk was hij, maar ook anderen van de BP op de radar school in Rotterdam geweest. En natuurlijk had men op de simulator al succesvolle vaar tochten afgelegd. Maar echt varen met dikke mist in een geblindeerde stuurhut [was toen nog verplicht evenals de drietonige hoorn] is geen kinderspel. Als eindverantwoordelijk, realiseer je je dan, van nu is het echt. Boem is nu ho, met mogelijk veel schade. Je manouvreer acties baseren op een beeldscherm in plaats van op waarnemingen van koers, wind en stroom is toch iets anders. Herinner me nog goed dat we op een zaterdagmorgen in pot dikke mist met een volle bak benzine de lek af moesten naar de Botlek.[Klaar naar huis] We hebben er erg lang over gedaan en waren blij dat het weer opklaarde voordat we de Maasbruggen zouden passeren. De huidige generatie schippers is er mee opgegroeid en hebben niet dat gewenningsproces nodig, waar wij absoluut doorheen moesten.

Ook het vlagggenschip is bij de opheffing van de vloot verkocht. Van Ommeren werd zowel van de 26, 27 als van de 33 de nieuwe eigenaar, haar nieuwe roepnaam werd Brittannia.

Afbeelding

Met deze historische naam op de kop heeft ze maar een jaar gevaren. Van Ommeren verkocht haar reeds in 1991 en werd ze door de nieuwe eigenaar omgedoopt naar Johanna.

Afbeelding

Hier vaart ze afvarend evenals de foto boven, onder de Baanhoek brug in Sliedrecht door.
In 1998 onderging ze haar vierde doop als Angelique. Deze naam draagt ze nog steeds.

Afbeelding




BP Holland 34.[1921] Opslagponton te Papendrecht
BP Holland 35.[1968] Opslagponton te IJmuiden
BP Holland 36.[1969] Bunkerboot van 23 x 4.2 mtr te Lobith.
BP Holland 37.[1970] Opslagponton te Lobith
BP Holland 38.[1970] Bunkerbooterboot van 86 kuub
BP Holland 39.[1971] Idem
BP Holland 40.[1972] Idem
BP Holland 41.[1946] Opslagponton te ???????
Verdere nummers zijn voor zover bekend nooit uitgegeven.

Het vervolg van dit bericht van HansH, wordt op pagina 2 direct onder het bericht van Robert Delhaye, van 31 augustus 2011 met het onderwerp 'BP en Bunkering' voortgezet.
jando
Berichten: 160
Lid geworden op: 27 jan 2009 15:29

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door jando »

Heel gaaf een Bp topic ik hoop op veel foto's en verhalen.

Gr Jan
HansH

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door HansH »

Jan

Een eerste reactie ontvangen. Van Jando. Jan bedankt he, het is leuk om zo'n reactie te krijgen. Ik heb veel materiaal om te plaatsen, ben er alleen nog niet goed uit hoe het allemaal met foto's werkt.
Gr.HansH
k-k
Berichten: 6000
Lid geworden op: 23 dec 2008 13:04
Locatie: Oostvoorne

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door k-k »

Hallo Hans, Hartstikke mooi. Had je verhaal al eens gelezen in het blad de Binnenvaart. Voor mezelf het verhaal toen gescand. Maar deze plaatjes zijn veel beter. Dus vrolijk doorgaan op het forum. Werkte van 1984 tot 1989 op BP Botlek en zag de vloot regelmatig. Vond in de oude doos met raffinaderijfoto's recentelijk nog een foto van de BP Holland 27. Zal hem hieronder zetten. Heb hem in HR voor je. Groeten, Klaas
BP Holland 27 (grijs).JPG
BP Holland 27 (grijs).JPG (159.25 KiB) 1772 keer bekeken
Heb zelfs nog een in kleur van hetzelfde schip te Botlek in 1985.
1985 BP Botlek BP Holland 27.jpg
1985 BP Botlek BP Holland 27.jpg (113.07 KiB) 1772 keer bekeken
HansH

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door HansH »

Hallo Klaas

Ja dat zijn mooie winterse foto,s. Ik heb er ook verschillende. Ik zal er een paar onder zetten. De winter was bij ijsgang een hele belevenis. Het bij nacht en met strenge vorst konvooi varen over het IJsselmeer vind ik een van mijn sterkste belevingen en herinneringen uit mijn BP tijd.

Sorry klaas ik heb deze foto's elders op de site geplaatst. Je vind ze terug bij het onderwerp de BP ers en de winter.
Daar heb je wel begrip voor denk ik.
Gr. HansH
k-k
Berichten: 6000
Lid geworden op: 23 dec 2008 13:04
Locatie: Oostvoorne

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door k-k »

Hans, Schitterend verhaal. Wij lagen die Kerst met de Alioth leeg in Arnhem. Het rivierpeil zakte hard en we hebben vanaf de Kerst tot aan het eerste weekend in maart dag en nacht gevaren. Zaten toen in timecharter bij Gulf. Mijn verhaal kun je lezen bij de Haas tankers. Sluit naadloos op elkaar aan.
Jan Bultje zat in mijn Botlekjaren daar op kantoor als technische man van de vloot. Arie Hoek werkte in de smeerolieloods. Succes met je verhaal verder. Groeten, Klaas
jando
Berichten: 160
Lid geworden op: 27 jan 2009 15:29

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door jando »

Heeeeeelllll erg gaaf Hans, zelf heb ik geen Bp verleden maar m'n pa ( en nog veel mensen bij ons uit Katwijk ) heeft nog als scheepsjongen op de Bp Rotterdam gevaren. M'n broer heeft als kapitein op de Bp 25 gevaren maar toen was het de Atlantic Service inmiddels met 2 caterpillars . Zelf heb ik nog een ruim jaar met de Bp 26 gevaren maar toen als Floris voor vd Linden in Amsterdam. Die Bp Rotterdam heeft toch de Shell 26 als zusterschip gehad ?

Gr Jan

( en vooral doorgaan Hans )
HansH

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door HansH »

Hallo Jan.

Ja Katwijkers daar bestond de BP Vloot uit. Ik was echt een vreemde, maar wel geaccepteerde eend in de bijt. Op den duur kende ik half Katwijk met naam en toenaam en sprak of ik een Katteker was! Zelf heb ik [hebben wij] al 25 jaar een boot en vanwege de beperkingen van mijn vrouw [Parkinson] liggen we tegenwoordig s'zomers 4 weken op een mooi plekje tegen de wal in de Katwijkse jachthaven. Bezoek in Katwijk ook vaak een oud kaptein van mij [ook van de 25] Piet van Beelen recent is hij 90 jaar geworden.
Zo Jan dat was het. Of de BP Rotterdam een zusterschip bij de Shell had is me niet bekend, maar wellicht dat de wat oudere Shellmannen daar iets van weten.

Ik groet je hartelijk en laat nog eens wat van je horen. Ook jij [jullie] zullen toch wel wat ex BP plaatjes hebben!

Ps Jan ik heb de foto's verplaatst naar het sub hoofdstuk BP Holland 25 en 26
Groet Hans H
Wim52
Berichten: 74
Lid geworden op: 06 mei 2011 15:34
Locatie: Lanaken-Belgie

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door Wim52 »

Beste Hans

Prachtig verhaal over de winter 1962/1963 en vooral de vondst om een tanker als tijdelijk depot neer te leggen was zeer creatief. Heeft de BP 25 daar de hele winter gelegen ? Wat ik me van die tijd herinner is dat mijn vader, die een sleepboot had, de hele winter in Maasbracht ingevroren lag en pas de eerste zondag in maart weer ging varen.

Groeten
Wim
k-k
Berichten: 6000
Lid geworden op: 23 dec 2008 13:04
Locatie: Oostvoorne

Re: Benzine & Petroleum Handels Maatschappij B.P. Tankers

Bericht door k-k »

Onze oud collega Koos Boswinkel (BP Pernis, Botlek en BPRN Europoort) reageerde op de verhalen als volgt:
Bedankt Klaas voor toezending van een stukkie nostalgie. Ik ga er de komende dagen nogeens goed naar turen.
Met betrekking tot de BP Rotterdam heb ik in de snelle nog een opmerking: ze wordt in het artikel 'de Dakar ' genoemd en dat is ten dele waar met dien verstande: het schip kwam uit Dakar - West Afrika, waar het al depotschip gediend heeft.
Het droeg toen de naam 'Angliran 19'.
Na de oorlog is het schip - ik meen dat er drie of vier ervan gebouwd waren en in Duitsland gestationeerd - als een zogenaamde herstelbetaling van Duitsland aan het Britse Koninkrijk afgeleverd. De britse regering heeft het schip toen aan de Anlo-Iranian Oil Company, London, overgedragen en die heeft het schip later naar Dakar overgebracht om als bunkerdepot voor de Britse oorlogsvloot te dienen. Aanboord zat een Senegaleese familie als beheerder. In de 50=er jaren is het schip door de AIOC naar Rotterdam gebracht om daar als aanvulling van de vloot te gaan dienen wegens de sterke toename van de bunkeractiviteiten in de rotterdamse haven. De Angliran 19 werd versleept door de engelse sleepboot Fireman welke de sleep in de Golf van Biscaje tijdens een stevige storm aldaar, verspeelde. De Fireman heeft zich dagen lang de pleuris gezocht naar zijn sleep maar toch nog gevonden. Toen ze bij ons aan de steiger van de BP Pernis installatie aankwamen hebben ze de boot tegen de steiger aangedonderd en zijn nog steeds met zwaar de pest in vanwege de verloren tijd als de weerlicht vertrokken. Alle noodzakelijke documenten gingen met de
fireman weer mee terug naar zee. De Angliran 19 was in Dakar kompleet dichtgelast en toen we de kajuit hadden opengebrand lagen de breinaalden van de echtgenote van de beheerder en nog een zooi troep en kakkerlakken voor het grijpen. Later is de Angliran die in London geregistreerd stond overgeschreven in het nederlandse register onder de naam BP Rotterdam. In die tussen tijd veranderde de AIOC haar naam in British Petroleum.
Leuk om de foto van Glijn terug te zien. Ben ik eff de naam kwijt van dat knulletje naast Glijn, ik dacht dat hij toen stuurman was en later op de BPH20 kapitein geworden is.
Was de meest linkse man op de foto niet van Deursen, de machinist? Ik ga nou toch oud worden....
Met vriendelijke groet, Klaas
Plaats reactie